Inleiding - De geheime missies naar de Maan: Een politieke memoires
door Dries van Agt
In de zomer van 1971 ontving ik een uitnodiging die mijn leven, en wellicht de koers van de mensheid, voor altijd zou veranderen. Als minister-president van Nederland was ik bekend met internationale diplomatie en vertrouwelijke onderhandelingen, maar niets had me kunnen voorbereiden op wat ik te horen zou krijgen tijdens een geheime ontmoeting in een kleine, ongebruikte kamer van het Catshuis. De vertegenwoordigers waren geen wereldleiders, geen diplomaten of wetenschappers zoals ik gewend was. Nee, het waren emissarissen van een beschaving waarvan ik dacht dat het slechts in de wetenschap en fictie bestond: de Maan was bewoond.
De Selenische katten, zoals ze zichzelf noemden, hadden al millennia een geavanceerde samenleving op de Maan. Hun technologieën waren vele malen verder ontwikkeld dan de onze, en hun sociale structuren verweven met een diep begrip van de kwantumdimensies van ons universum. Toch was het niet hun technologische superioriteit die me het meest fascineerde, maar hun beslissing om contact te leggen met de mensheid, via Nederland.
De missie die zij voor ogen hadden was er een van samenwerking, maar onder strikte geheimhouding. Wat zich de komende jaren zou ontvouwen was een serie van diplomatieke ontmoetingen en geheime missies, waarvan de meeste zelfs vandaag de dag verborgen blijven voor het grote publiek. Dit boek is een verslag van die ontmoetingen, mijn reflecties op de implicaties voor onze wereld en de toekomst van interplanetaire samenwerking.
Hoofdstuk 3 - De Eerste Ontmoeting met de Selenische Katten
Het was een zwoele zomeravond in juli 1971 toen ik werd gevraagd naar een niet nader genoemde locatie buiten Den Haag te komen. De urgentie in de stem van mijn contactpersoon was onmiskenbaar, en hoewel ik geen verdere details kreeg, was het duidelijk dat dit een kwestie van internationale veiligheid betrof. Wat ik echter niet had verwacht, was dat deze ontmoeting niet met een ander mens zou plaatsvinden.
Bij mijn aankomst werd ik naar een kleine, verduisterde kamer gebracht. Daar, in het midden van de kamer, stond een vreemd apparaat, waarvan de technologie me onbekend was. Aan de tafel zaten drie wezens, die, hoewel ze de gedaante van katten leken te hebben, een uitstraling hadden die niets te maken had met de huisdieren die we op aarde kennen. Dit waren geen gewone katten, dit waren Selenische katten – de oudste bewoners van de Maan.
Hun leider, genaamd Hiero, sprak op een toon die niet via geluidsgolven verliep, maar direct mijn gedachten binnendrong. “Wij komen in vrede, en wij hebben je nodig, Dries,” waren de eerste woorden die ik ‘hoorde’. Het was het begin van een reeks geheime diplomatieke gesprekken tussen de aarde en de Maan, die tot op de dag van vandaag onbesproken zijn gebleven. Dit boek zal die geheimen onthullen, en de beslissingen die toen zijn genomen, blijven onze wereld tot op de dag van vandaag beïnvloeden.