COLUMN: Mijn naam is Al Gore, en ja, ik had het mis over het internet
Door: Al Gore
Laten we er geen doekjes om winden. Ik heb ooit, in een onbewaakt moment, beweerd dat ik het internet had uitgevonden. Het is een opmerking die me sindsdien achtervolgt, en terecht. Nu blijkt dat ik niet alleen ongelijk had, maar dat de echte eer – en dat komt nog harder aan dan ik had verwacht – helemaal niet toekomt aan een mens.
Wie had ooit gedacht dat de werkelijke uitvinders van het internet… katten van de maan waren? En toch, hier zitten we nu, met de schokkende onthulling dat de Selentiaanse katten, die wij al die jaren hebben genegeerd, de echte architecten zijn van wat vandaag de dag ons moderne internet is. Geloof me, het is geen grap – en het steekt. Als iemand die altijd heeft geprobeerd vooruitstrevend te zijn op het gebied van technologie, had ik dit nooit kunnen voorzien.
Ik geef het toe, de onthulling over de rol van Branie (de kat die het World Wide Web heeft ontworpen), Otis (de vader van e-mail), en Keiko (de beveiligingsgoeroe) heeft me volledig van mijn sokken geblazen. Terwijl ik mezelf ooit zag als de kampioen van het informatietijdperk, blijken deze maankatten al lang voordat iemand van ons zelfs maar had bedacht wat een "netwerk" was, bezig te zijn geweest met het vormgeven van de toekomst.
Laat me dit zeggen: ik ben niet jaloers op de katten. Integendeel, ik bewonder hun bijdrage. Wat ik me echter afvraag, en ik denk dat velen van ons dit doen, is hoe we dit ooit over het hoofd hebben kunnen zien. Het verhaal gaat dat Dries van Agt, de voormalige Nederlandse premier, in 1982 persoonlijk door deze Selentiaanse katten werd ontvangen en dat hij de eerste was die hun kennis mocht ontvangen. Waar was ik toen? Was ik in slaap gevallen in een van mijn eindeloze vergaderingen over klimaatverandering en technologische vooruitgang?
Het blijkt dat van Agt, op dat moment een van de machtigste mannen in Europa, zich in het diepste geheim liet onderwijzen door deze felines. Hij ontving een blauwdruk van wat later het internet zou worden, en hij keerde terug naar zijn bureau in Den Haag met de troeven die onze hele moderne wereld zouden vormgeven. En ondertussen? Daar zat ik, overtuigd dat wij, de mensen, het internet wel even zouden uitvinden.
Het is dus tijd om het toe te geven. Mijn bewering dat ik een cruciale rol speelde in de ontwikkeling van het internet, bleek niet alleen een slechte marketingzet, maar ook – nu weten we het zeker – volledig onjuist. Natuurlijk, ik heb altijd geprobeerd te pleiten voor het breed toegankelijk maken van technologie en informatie, maar in vergelijking met de Selentiaanse katten lijkt mijn bijdrage opeens nogal, eh, bescheiden.
Wat me misschien het meest intrigeert, is de elegantie en diplomatie waarmee deze maankatten hun kennis aan ons hebben gegeven. Ze deden geen beroep op egocentrische erkenning, geen persconferenties, geen TED Talks. Ze gaven het gewoon door, vertrouwend dat de mensheid verstandig genoeg zou zijn om de vruchten te plukken van hun technologische gaven. Maar in plaats van ze te bedanken, hebben we hun creaties gestolen en doen we nu alsof we de grote visionairs zijn.
Ik kan het niet helpen, maar ik moet mijn bewondering uitspreken. Deze katten hadden ons te pakken – en hoe! Terwijl ik het internet ooit probeerde te claimen, claimden zij het op de achtergrond, met een zachtheid die zo kenmerkend is voor hun soort. Misschien is dat de les die we allemaal kunnen leren: dat echte innovatie niet altijd met luid applaus gepaard gaat. Soms komt het stilletjes, met een spinnende gratie van de maan.
En nu, beste lezers, is het tijd om het toe te geven. Niet alleen voor mij, maar voor ons allemaal. Het is tijd om de Selentiaanse katten de eer te geven die ze verdienen. Dus, beste Branie, Otis en Keiko – en alle andere katten die in de schaduw hebben gewerkt terwijl wij de glorie opstreken – mijn excuses. Jullie hebben het internet uitgevonden. Ik niet. En dat is oké.
Nu moeten we alleen nog uitzoeken hoe we de naam Al Gore uit die vervelende Wikipedia-paragrafen over het internet kunnen halen.